S.V. A-Team | Groot kaliber pistool

 

S.V. A-Team | Groot kaliber pistool


Met dit kaliber kan op de volgende onderdelen geschoten worden:

Meesterkaart Zwaar Kaliber. 
De zwaar kaliber revolver en het -pistool zijn meerschotswapens geschikt voor centraalvuurmunitie met een kaliber van .32 (7,62 mm) tot .38 (9,65 mm). Alleen
munitie voorzien van loodkoppen is toegestaan, Magnum munitie niet. De toegestane richtmiddelen zijn keep/korrel. Het wapen moet passen in een rechthoekige doos met
inwendige afmetingen van 300 x 150 x 50 mm. Het maximale (ongeladen) gewicht is 1400 gram en de minimum trekkerdruk is 1360 gram. Er worden maximaal 5
patronen geladen.

De Walther GSP in cal. .32 S&W Long:    
 

Geschoten wordt op de internationale wedstrijdschijf voor pistool met ringen van 10 tot 1. De diameter van de 10-ring is 50 mm en die van de 1-ring 500 mm. De
diameter van de zwarte roos is 200 mm. 

  Deze schietschijf bedoelen we.

De schiethouding is vrijstaand en het wapen wordt met 1 hand vastgehouden. De afstand tot de schijf is 25 meter.

De schietdiscipline (K.N.S.A. Meesterscherpschutter of Meesterkaart) bestaat uit 10 proefschoten en 40 wedstrijdschoten. Een wedstrijd bestaat uit 2 keer 5
proefschoten en 8 keer 5 wedstrijdschoten. Elke serie duurt maximaal 5 minuten.

Sportpistool Zwaar Kaliber.
De zwaar kaliber revolver en het -pistool zijn meerschotswapens geschikt voor centraalvuurmunitie met een kaliber van .32 (7,62 mm) tot .38 (9,65 mm). Alleen
munitie voorzien van loodkoppen is toegestaan, De toegestane richtmiddelen zijn keep/korrel. Het wapen moet passen in een rechthoekige doos met  
inwendige afmetingen van 300 x 150 x 50 mm. Het maximale (ongeladen) gewicht is 1400 gram en de minimum trekkerdruk is 1360 gram. Er worden maximaal 5
patronen geladen.

Een pistool, geschikt voor zowel klein als groot kaliber wedstrijden is de 

Hämmerli 280:  

De schiethouding is vrijstaand en het wapen wordt met 1 hand vastgehouden. De afstand tot de schijf is 25 meter.

De wedstrijd bestaat uit twee gedeelten, t.w. een precisie gedeelte en een duel gedeelte.

In de eerste helft worden 30 schoten gelost in 6 series van 5 schoten in 5 minuten op een stilstaande schijf, de internationale wedstrijdschijf voor pistool (zie boven voor
afbeelding) met ringen van 10 tot 1. De diameter van de 10-ring is 50 mm en die van de 1-ring 500 mm. De diameter van de zwarte roos is 200 mm. Vooraf worden
5 proefschoten gelost om te controleren of het wapen goed staat afgesteld.

In het tweede gedeelte van de wedstrijd worden 30 schoten gelost in 6 series van 5 schoten op een schietschijf die 5 keer achtereen na 7 seconden voordraait en 3
seconden blijft voorstaan. De schietschijf welke hiervoor gebruikt wordt is de internationale snelvuurschijf, met ringen van 10 tot 5. De diameter van de 10-ring is
100 mm en die van de 5-ring 500 mm. Het wapen mag, wanneer de schietschijf voordraait, vanuit de vaardige houding gericht worden voor het lossen van slechts 1
schot. Waarna weer de vaardige houding moet worden aangenomen. Vooraf worden ook hier 5 proefschoten gelost om te controleren of het wapen goed staat afgesteld.

Militair Pistool.
Deze discipline wordt geschoten met een pistool of revolver met een kaliber tussen  .32 (7,62 mm) en .45 (11,66 mm) centraalvuur. Mondingsremmen, optische
richtmiddelen, speciale trekkers en extra gewichten zijn niet toegestaan. De minimum trekkerdruk is 1360 gram. Een verstelbare kolf is niet toegestaan. Wapens uitsluitend
ingericht voor het verschieten van wadcutter munitie zijn niet toegestaan.  
Wadcuttermunitie is toegestaan,  Er worden maximaal 6 patronen geladen.

De grote favoriet onder de wapens voor dit onderdeel is de Zwitserse 

SIG210-6:  

Geschoten wordt op de militair pistoolschijf ringen van 10 tot 6. De afmetingen van de schijf zijn: 
76 cm hoog en 45 cm breed. De 10-ring is 10 x 15 cm groot.

In het echt ziet de schijf er zo uit:

Ook hier wordt het wapen met 1 hand vastgehouden.

De schietdiscipline (K.N.S.A. Militair Pistool) bestaat uit 24 wedstrijdschoten, verdeeld in 4 series van 6 schoten.

De eerste serie wordt geschoten van een afstand van 25 meter. Houding: staand.
Er worden 6 schoten gelost op 1 schijf binnen een tijdsduur van 3 minuten.

De tweede serie wordt geschoten van een afstand van 20 meter. Houding: staand.
Er worden 6 schoten gelost op 1 schijf binnen een tijdsduur van 15 seconden.

De derde serie wordt geschoten van een afstand van 20 meter. Houding: geknield.  
Er worden 6 schoten gelost op 2 schijven (3 schoten per schijf) binnen een tijdsduur van 12 seconden.

De vierde serie wordt geschoten van een afstand van 15 meter. Houding: staand. Er
worden 6 schoten gelost op 3 schijven (2 schoten per schijf) binnen een tijdsduur van 9 seconden.

Voorafgaand aan de wedstrijdseries wordt een proefserie verschoten gelijk aan de eerste serie.